
De levensverwachting van een kat ligt tussen de 12 en 18 jaar. Sommige katten kunnen ouder worden dan 20 jaar, vooral als ze binnen blijven en goede zorg krijgen. Binnenkatten leven over het algemeen langer dan buitenkatten, omdat ze minder risico lopen om ziek te worden, verkeersongelukken en verwondingen door andere dieren.
Wat beïnvloedt de levensverwachting van een kat?
- Voeding: Goede voeding speelt een belangrijke rol in de gezondheid van je kat. Een goed dieet helpt om ziekten te voorkomen.
- Beweging: Regelmatige beweging voorkomt overgewicht en stimuleert de mentale gezondheid.
- Genen: Raskatten zijn soms vatbaarder voor erfelijke aandoeningen. Ook kan de levensverwachting per ras verschillen
- Gezondheid: Vaccinaties, ontworming en regelmatige controle door de dierenarts dragen allemaal bij aan de gezondheid van je kat. Door regelmatig naar de dierenarts te gaan, worden ziektes eerder geconstateerd en kan erger voorkomen worden.
Hoe kun je de levensverwachting van je kat verlengen?
- Ga jaarlijks (of halfjaarlijks bij oudere katten) naar de dierenarts voor een preventieve controle
- Kies voor kwalitatief kattenvoer dat past bij de leeftijd en eventuele gezondheidsproblemen
- Zorg voor mentale uitdaging. Denk hierbij aan speeltjes, krabmeubels en trainingen
- Zorg voor een stressvrije leefomgeving met genoeg plekken voor je kat om zich terug te trekken.
Gemiddelde levensverwachting per ras
- Europese Korthaar: 14-20 jaar
- Maine Coon: 12-15 jaar
- Ragdoll: 12-17 jaar
- Britse Korthaar: 12-18 jaar
De levensverwachting van een kat hangt dus sterk af van de verzorging. Door aandacht te besteden aan voeding, gezondheid, veiligheid en mentale uitdaging geef je je kat een lang, gelukkig leven.